Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Doude van Troostwijk W.J. (1964) Some aspects of the Woodpigeon population in the Netherlands. ARDEA 52 (1-2): 13-29
Teneinde de schade die de Houtduif in Nederland toebrengt aan land- en tuinbouw te verminderen, is in 1954 vanwege het Ministerie van Landbouw en Visserij een premie ingesteld voor iedere geschoten en ingeleverde Houtduif. Aangezien deze premieregeling niet het gewenste effect had, is door het Itbon een onderzoek verricht naar de oorzaken hiervan. De resultaten worden in deze publicatie behandeld. Uit terugmeldingen van geringde Houtduiven bleek, dat de gemiddelde leeftijd, zowel als de populatie opbouw van de Houtduif na 1954 niet significant gewijzigd is door het gestimuleerde afschot. Een analyse van afschotcijfers vanaf 1954 bracht aan het licht, dat de populatie dichtheid rond een bepaald niveau schommelt, en dat er geen tendens bestaat tot een blijvende toe- of afname van de stand. De mogelijkheid dat de in Nederland geschoten Houtduiven worden vervangen door immigratie van buitenlandse trekvogels, wordt zeer gering geacht. Bestudering van buitenlandse ringgegevens gaf te zien, dat de herfst- en voorjaarstrekwegen van Noord-Europese Houtduiven ten oosten van Nederland verlopen. Slechts een uitwisseling met Duitse Houtduiven zou op kleine schaal kunnen voorkomen. De schommelingen in populatie dichtheid worden niet bennvloed door de huidige bejaging, maar zijn hoogstwaarschijnlijk voor een groot deel te wijten aan het weer en de voedselsituatie in de winter.


[close window] [previous abstract] [next abstract]