Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Drent P.J. (1987) The importance of nestboxes for territory settlement, survival and density of the Great Tit. ARDEA 75 (1): 59-71
Vanaf 1983 is in het terrein Buunderkamp het belang van nestkasten en natuurlijke holten voor de vestiging, overleving en voorplanting van de Koolmees bestudeerd in twee contrasterende habitats, beide arm aan natuurlijke holten, en deels wel, deels niet voorzien van nestkasten. De vestiging van territoria door juveniele mannen in september bleek onafhankelijk te zijn van de aanwezigheid van nestkasten. De dichtheid van pas gevestigde territoria werd vrijwel geheel bepaald door de dichtheid van de nog aanwezige oude territoriumeigenaars en die van de juveniele kandidaat vestigers. Het opvullen van vacante territoria in de winter en het voorjaar hing alleen af van de aanwezigheid van niet-territoriale mannen. Verschuivingen van territoria traden op in deelgebieden zander nestkasten, en gingen in de richting van gebieden met een overmaat aan nestkasten. Daarbij speelden eerder opgedane ervaringen met deze kasten een rol. In gebieden met nestkasten sliepen de meeste territoriumeigenaars in deze kasten, en gebruikten ze zonder uitzondering als nestholte. In gebieden zander nestkasten sliepen de meeste van deze mannen wel in hun territorium, maar niet in holten, terwijl ze merendeels een broedpoging deden in kasten buiten hun territorium, in het aangrenzende nestkastgebied. Dit leidde tot grote verschillen in broeddichtheid en in dichtheid van de uitgevlogen jongen. De locale overleving van territoriale mannen was in gebieden zander kasten duidelijk lager dan in gebieden met kasten. Dit werd veroorzaakt door emigratie uit deze gebieden en door sterfte als gevolg van predatie, concurrentie om nestkasten en ongunstige weersomstandigheden. Het verschil in locale overleving tussen gebieden met en zander kasten leidde in jaren met een overvloed aan niet territoriale mannen tot verschillen in samenstelling van de populatie, voor wat betreft leeftijd en duur van aanwezigheid van de vogels. In jaren met een tekort aan niet-territoriale mannen leidde het tot een verschil in dichtheid van de territoria in het voorjaar. De conclusie uit deze experimenten is dat, hoewel Koolmezen rekening houden met de waarde van holten als slaap- en broedplaats, de verdeling van deze holten geen directe invloed heeft op vestiging en dichtheid. Vestiging en dichtheid van territoria worden bepaald door de dichtheid van eerder aanwezige territoriumeigenaars en niet-territoriale kandidaten. Deze dichtheden worden sterk bennvloed door de verdeling van holten, die leidt tot verschillen in locale overleving en voortplantingssucces. Daardoor bepaalt de verdeling van nestkasten indirect de dichtheid van de territoria.


[close window] [previous abstract] [next abstract]