Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Fasola M. (1984) Activity rhythm and feeding success of nesting Night Herons Nyciticorax nycticorax. ARDEA 72 (2): 217-222
In 1978 en vooral 1980 werd onderzoek gedaan naar het activiteitsritme, vooral van foerageren, en naar prooi en foerageersucces bij een broedpopulatie van 1300-1900 paar Kwakken verspreid over drie kolonies nabij Pavia, westelijke Povlakte, Noord Italid. De voortplantingsperiode wordt verdeeld in drie fasen: 1) pre-eileg (april-mei); 2) eieren (april-mei) en 3) nestjongen (mei-juni). Gedurende de eerste tweefasen foerageren broedvogels vrijwel uitsluitend in avond en nacht. Tijdens fase 3 echter wordt gespreid over het gehele etmaal gefoerageerd, met een piek in nacht en vroege ochtend en een minimum in namiddag en vooravond (Fig. 1, Tabel 1). Twee vormen van foerageergedrag worden onderscheiden, n.l. 'staande' en 'lopende'. Tijdens fase 3 komen deze twee vormen per etmaal ongeveer evenveel voor, ofschoon 's nachts wat meer staande en overdag wat meer lopende gefoerageerd wordt. Gedurende fase 2 en 3 vormen ondergelopen rijstvelden verreweg het belangrijkste foerageergebied; voordat deze onder water komen te staan - tijdens fase 1 - wordt vooral aan rivieren, vaarten en meertjes gefoerageerd. Het voedsel bestaat voornamelijk uit volgroeide kikkers (large prey in Tabel 2), kikkervisjes, schaaldieren, wormen en insectenlarven (small prey in Tabel 2). Het meeste voedsel wordt gedurende fase 3 lopende bemachtigd, waarbij zowel voedsel!opname (in gram/uur) als vangstfrequentie (in aantal/uur) overdag groter is dan 's nachts (Tabel 2), en wel voornamelijk doordat kikkervisjes tijdens fase 3 van groot belang zijn als voedsel voor de Kwak (Fig. 2). Kikkervisjes worden uitsluitend overdag bemachtigd, aangezien ze zich dan bij het wateroppervlak ophouden; 's nachts trekken ze zich terug in dieper water. Naarmate meer lopende gefoerageerd wordt nemen zowel vangstfrequentie van kleine prooien als voedselopname toe. Staande wordt relatief weinig voedsel bemachtigd, waarbij weinig variatie optreedt in voedselopname en vangstfrequentie in de loop van een etmaal. Berekend wordt, dat tijdens fase 3 de hoeveelheid 's nachts opgenomen voedsel juist toereikend is om de eigen behoefte van de volwassen vogel te dekken. De grotere voedselbehoefte bij volwassen vogels wanneer deze jongen te verzorgen hebben wordt voor een belangrijk deel gedekt door overdag, lopende op kikkervisjes te foerageren.


[close window] [previous abstract] [next abstract]