Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Parr R. & Watson A. (1988) Habitat preferences of Black Grouse on moorland-dominated ground in North-east Scotland. ARDEA 76 (2): 175-180
Dit artikel geeft resultaten van een langlopend onderzoek aan de ecologie van Korhoenders op drie plaatsen in oostelijk Schotland, ten zuiden van Aberdeen. Doel was het in kaart brengen van de belangrijkste factoren waardoor een gebied geschikt wordt als leefgebied voor Korhoenders. De onderzoeksgebieden bestonden uit glooiende heidevelden met, hier en daar, enige bebossing. De baltsplaatsen van de hanen (leks) bevonden zich op vlak terrein met kort gras, grenzend aan heidegebieden, in de buurt van bos. De volwassen vogels exploiteerden voornamelijk heide, berk, wilg, lariks en grove den als voedselplanten. In het voorjaar werden bovendien veel bloemen van het wollegras gegeten. De slaap- en rustplaatsen, en de nesten werden bijna altijd in de hoge, dichte heide gevonden. Hennen met jongen bleken overdag een sterke voorkeur te hebben voor de biezenvegetatie van modderpoelen, waar veel, voor de jongen eetbare, insecten aanwezig zijn. Hennen met kleine jongen prefereerden daarbij de erg natte poelen. Volwassen dieren zonder jongen verbleven vooral in de hoge hei en in andere hoge vegetaties, maar werden vrijwel nooit bij de modderpoelen aangetroffen. In de winter verbleven de dieren ook in dergelijke hoge vegetaties. Soms foerageerden ze tijdens sneeuwvrije perioden in de bomen. Bij hoge sneeuw werd uitsluitend in bomen gefoerageerd. Op grond van dit onderzoek kan worden voorspeld dat, door de agrarische en bosbouwkundige veranderingen in het gebruik van de grond, het voor Korhoenders geschikte gebied steeds kleiner wordt, en dus dat ook in Schotland de aantallen Korhoenders zullen afnemen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]