Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Perdeck A.C. (1970) The standard direction of the Scandinavian Chaffinch during autumn migration throughout its area of passage. ARDEA 58 (3-4): 142-170
Door middel van ringgegevens was reeds lang bekend dat de Vinken die door het noorden en westen van Nederland trekken broeden in Noorwegen en Zweden. Eveneens was bekend dat de richting van de breedfronttrek (de standaardrichting) gemiddeld ongeveer WZW was. Als deze standaardrichting ook in Scandinavid zou overheersen zou men verwachten dat vooral de in West-Scandinavid broedende Vinken vanuit Zuid-Noorwegen direct naar Engeland zouden oversteken, wat gezien het aantal bij ons doortrekkende West-Scandinavidrs niet juist kan zijn om dit probleem op te lossen werden van 1958-1969 waarnemingen over de standaardrichting gedaan in Noorwegen, Zweden, Denemarken, Duitsland, Nederland en bij Cap Gris Nez in NW-Frankrijk. Zorgvuldig werden waarnemingsposten uitgekozen waarbij bennvloeding van de richting door het landschap minimaal geacht kon worden. De gemiddelde richting zoals die werd vastgesteld op de verschillende plaatsen is weergegeven in de Figuren 1 en 2. Figuur 3 geeft nog eens een samenvatting van de richtingsverdeling in stroken van Noord naar Zuid. Bet is duidelijk dat de standaardrichting zich wijzigt van ongeveer ZZW in Scandinavid, tot ZW en Z in Denemarken en Duitsland, WZW in Nederland, en W ten N bij Cap Gris Nez. Deze richtingsverandering kan niet worden toegeschreven aan het volgen van kustlijnen, omdat veel van de waarnemingen ver in het binnenland werden gedaan. De uitkomsten van deze veldwaarnemingen werden vergeleken met de resultaten van het ringen van Vinken in Noorwegen, Zweden, Finland, op Helgoland, in Nederland en Belgid (Fig. 4-12). Hieruit bleek dat een deel van de Finse broedvogels door Zuid-Zweden trekt. Zij veroorzaken waarschijnlijk de meer westelijke trekrichting die werd waargenomen in ZuidZweden en Oost-Denemarken vergeleken bij West-Denemarken. Verder valt op dat een zeer groot deel van de in Nederland geringde Vinken op de Britse eilanden wordt teruggemeld. Hieruit werd vroeger de conclusie getrokken dat dit gebied het voornaamste winterkwartier van de Scandinavische Vink zou zijn. Uit de Figuren 4 en 6 blijkt dat dit geenszins het geval is: veel Scandinavidrs overwinteren op het vaste land. Dit grote aandeel Britse overwinteraars onder de Nederlandse trekkers zou verklaard kunnen worden doordat ons land juist de meer west gerichte vogels ontvangt, nadat de trekstroom vanuit het noorden bij de Duitse Bocht gelegenheid krijgt uit te waaieren (van Dobben 1953). De waargenomen geleidelijke verandering van de standaardrichting van de Duitse Bocht tot de Nederlandse Westkust wijst hier echter niet op (Fig. 2). Een andere mogelijke verklaring voor het hoge percentage Engelandvaarders bij de in ons land geringde Vinken is te vinden in de combinatie van standaardrichting en hoek van de kustlijn. Ten noorden van Nederland is de standaardrichting nog zo zuidelijk dat directe trek over zee naar Engeland van weinig betekenis kan zijn. Ten zuiden van ons land is de hoek tussen standaardrichting en kustlijn kleiner dan langs onze duinkust. De kans dat de vogel in zee steekt is groter naarmate deze hoek groter is. Daarom is in Nederland meer directe oversteek naar Engeland te verwachten en dus ook een groter percentage terugmeldingen uit de Britse eilanden. Figuur 13 geeft een samenvattend overzicht van de herfsttrek. De zich wijzigende standaardrichting is met dunne getrokken lijnen aangegeven, de (vaste) standaardrichting van de Duits-Finse populaties met dunne stippellijnen, waargenomen gestuwde trek en zeetrek werd met getrokken, veronderstelde trek met onderbroken pijlen aangeduid. Het mechanisme van de zich wijzigende standaardrichting is onbekend. De functie zou hierin gezocht kunnen worden dat de betreffende populatie op deze wijze het overvliegen van grote stukken zee vermijdt en toch een gunstig winterkwartier, het gebied rand Het Kanaal, bereikt. Voor een typische bosvogel als de Vink zou dit wel eens voordelen kunnen opleveren.


[close window] [previous abstract] [next abstract]