Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Rappoldt C., Kersten M. & Smit C. (1985) Errors in large-scale shorebird counts. ARDEA 73 (1): 13-24
Door middel van telexperimenten in het veld kunnen de toevallige en systematische fout in de aantalsopgave voor een groep vogels bepaald worden. Voor zittende groepen wadvogels bedraagt de toevallige fout 37% van de aantalsopgave. Deze fout is niet of slechts in geringe mate afhankelijk van de grootte van de groep vogels. Voor vliegende groepen wadvogels bedraagt de toevallige fout 17%. De systematische fout kon niet nauwkeurig gekwantificeerd worden, maar is niet groter dan enkele tientallen procenten. Voor algemene wadvogelsoorten kan de toevallige fout in een grootschalige telling berekend worden uit de fouten in de tellingen van de grootste groepen in het gebied. Het optellen van aantalsopgaven voor afzonderlijke groepen leidt tot een vermindering van de (relatieve) toevallige fout. Voor het Nederlandse Waddengebied zijn berekeningen uitgevoerd, die betrekking hebben op karakteristieke aantallen en groepsgrootten in nazomer, winter respectievelijk voorjaar. Voor vrijwel alle soorten waarvan vele duizenden exemplaren in het gebied aanwezig zijn bedraagt de toevallige fout in het totaal getelde aantal 5 a 10%. De systematische ondertelling veroorzaakt door het missen van vogels ligt voor deze soorten vermoedelijk tussen de 0 en 37%. Voor Wintertaling, Kanoetstrandloper en Kluut is de toevallige fout groter ( 10 a 15%), doordat deze soorten slechts in enkele deelgebieden in groot aantal voorkomen. Voor schaarse soorten, waarvan slechts enkele honderden exemplaren in het Waddengebied geteld worden, zijn de toevallige en systematische fout in het telresultaat veel groter. Dat wordt veroorzaakt door het missen van vogels. De tellingen zullen veelal slechts een indruk geven van de orde van grootte van het aantal aanwezige vogels.


[close window] [previous abstract] [next abstract]