Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Swennen C. & Duiven P. (1983) Characteristics of Oystercatchers by cold-stress in the Dutch Wadden Sea area. ARDEA 71 (1): 155-159
In de zachte winter van 1976 veroorzaakte een korte vorstperiode, die slechts 11 dagen duurde, een grote sterfte (3-4%) onder de Scholeksters in de westelijke Waddenzee. Het bleek dat de sterfte voornamelijk abnormale individuen betrof. Het gemiddelde gewicht van de 380 onderzochte vorstslachtoffers was in elk van de drie leeftijdsklassen ongeveer 38% lager dan het gemiddelde gewicht van levende vogels in normale winters. Bij 61,3% van de vorstslachtoffers werden anatomische afwijkingen gevonden, vooral aan de snavel en de poten. Van de adulte en subadulte vogels had meer dan 19% de rui van de grote slagpennen nog niet bedindigd; deze rui is bij normale vogels al eind november afgesloten. Er werden voorts aanwijzingen gevonden dat jonge en mannelijke Scholeksters de kou minder goed konden doorstaan dan geslachtsrijpe en vrouwelijke dieren. Een dergelijk grote sterfte tijdens een korte vorstperiode is niet normaal. De sterfte kan echter in verband gebracht worden met een ongewoon hoge frequentie van zeespiegelrijzing door veelvuldig voorkomende harde aanlandige winden. Hierdoor vielen de wadplaten tijdens laagwater vele malen niet droog waardoor de vogels dus vele malen geen voedsel konden zoeken. Blijkbaar waren vogels met een handicap toen niet in staat om een voldoende energiereserve op te bouwen om de stress tijdens de vorst te doorstaan PrFont34Bin0BinSub0Frac0Def1Margin0Margin0Jc1Indent1440Lim0Lim1In de zachte winter van 1976 veroorzaakte een korte vorstperiode, die slechts 11 dagen duurde, een grote sterfte (3-4%) onder de Scholeksters in de westelijke Waddenzee. Het bleek dat de sterfte voornamelijk abnormale individuen betrof. Het gemiddelde gewicht van de 380 onderzochte vorstslachtoffers was in elk van de drie leeftijdsklassen ongeveer 38% lager dan het gemiddelde gewicht van levende vogels in normale winters. Bij 61,3% van de vorstslachtoffers werden anatomische afwijkingen gevonden, vooral aan de snavel en de poten. Van de adulte en subadulte vogels had meer dan 19% de rui van de grote slagpennen nog niet bedindigd; deze rui is bij normale vogels al eind november afgesloten. Er werden voorts aanwijzingen gevonden dat jonge en mannelijke Scholeksters de kou minder goed konden doorstaan dan geslachtsrijpe en vrouwelijke dieren. Een dergelijk grote sterfte tijdens een korte vorstperiode is niet normaal. De sterfte kan echter in verband gebracht worden met een ongewoon hoge frequentie van zeespiegelrijzing door veelvuldig voorkomende harde aanlandige winden. Hierdoor vielen de wadplaten tijdens laagwater vele malen niet droog waardoor de vogels dus vele malen geen voedsel konden zoeken. Blijkbaar waren vogels met een handicap toen niet in staat om een voldoende energiereserve op te bouwen om de stress tijdens de vorst te doorstaan.


[close window] [previous abstract] [next abstract]