Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Bull J., Wanless S., Elston D.A., Daunt F., Lewis S. & Harris M.P. (2004) Local-scale variability in the diet of Black-legged Kittiwakes Rissa tridactyla. ARDEA 92 (1): 43-52
De Drieteenmeeuw Rissa tridactyla komt in grote delen van de Noord-Atlantische Oceaan voor. In de broedtijd leven Drieteenmeeuwen hoofdzakelijk van vis. In de Noordzee is de Kleine Zandspiering Ammodytes marinus een van de belangrijkste prooidieren. In dit artikel worden voedselkeuze en broedsucces in vier verschillende kolonies Drieteenmeeuwen aan de Schotse oostkust met elkaar vergeleken: twee kolonies in de monding van de Firth of Forth (Inchcolm en Inckeith; aangeduid als ‘estuariene kolonies’) en twee kolonies aan de Schotse oostkust (Farne Islands en Isle of May; aangeduid als ‘mariene kolonies’). In elk van deze kolonies foerageren de meeuwen in gebieden waar zowel zandspiering als alternatieve prooidieren (haringachtigen: Sprot en Haring) in ruime mate beschikbaar zouden moeten zijn geweest. In elk van de vier onderzoeksjaren vertoonden de meeuwen in alle vier kolonies een vergelijkbare verschuiving in prooikeuze in de loop van het seizoen (al dan niet door het aanbod veroorzaakt), waarbij oudere jaarklassen zandspiering (1+ groep) werden vervangen door jonge vis van dat jaar (0-groep). In elk van de jaren was er een verschil in prooikeuze tussen de mariene en estuariene kolonies. Zandspiering was veruit de belangrijkste prooi op de Isle of May en op de Farne Islands, terwijl haringachtigen het beeld domineerden in de beide estuariene kolonies. Verondersteld wordt dat deze verschillen worden veroorzaakt door verschillen in de structuur en bodemsoort van de foerageergebieden. Zandige bodems, geprefereerd door zandspieringen, zijn in ruimere mate voorhanden voor de meeuwen van de mariene kolonies, terwijl de broedvogels van de estuariene kolonies niet ver van de kolonie in gebieden met een meer rotsige bodem foerageerden: habitats waar haringachtigen het beter naar de zin hebben dan zandspieringen. Het broedsucces in de vier kolonies had in de eerste drie jaren van het onderzoek een vergelijkbaar verloop, maar de sterke toename in broedsucces in de mariene kolonies in het vierde onderzoeksjaar werd niet gevonden in de twee kolonies dichter onder de kust.


[close window] [previous abstract] [next abstract]