Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Edelaar P. & Terpstra K. (2004) The nominate subspecies of the Common Crossbill Loxia c. curvirostra polytypic? I. Morphological differences among years at a single site. ARDEA 92 (1): 93-102
Uit recent onderzoek blijkt dat Kruisbekken Loxia curvirostra zijn in te delen in aparte, discrete groepen op basis van hun geluiden (zogenaamde geluidstypen). In Noord-Amerika is vastgesteld dat dergelijke geluidstypen hoogstwaarschijnlijk aparte soorten zijn, met grotendeels overlappende verspreidingsgebieden. Onlangs zijn dergelijke geluidstypen ook in West-Europa vastgesteld. Het is dus mogelijk dat de bij ons voorkomende nominaatvorm L. c. curvirostra ook uit meerdere, reproductief geïsoleerde populaties bestaat. In dit artikel laten we zien dat er duidelijke en consistente verschillen tussen jaren bestaan in afmetingen van Kruisbekken die tussen 1983 en 2001 op dezelfde locatie door dezelfde persoon gevangen en gemeten zijn. Gedurende 1983-84, en in mindere mate gedurende 1985-88 en 1992, hadden de Kruisbekken relatief lange vleugels, lage lichaamsgewichten en hoge, maar korte snavels. De verschillen tussen de jaren kunnen niet goed worden verklaard door een verandering in meetmethode of door verschillen in bijvoorbeeld de slijtage van de vleugelpennen of de hoeveelheid lichaamsvet. De verschillen in biometrie tussen de jaren zijn het best te verklaren door een variabele toestroom van Kruisbekken met verschillende afmetingen. Het verband tussen vleugellengte en snavelhoogte is verschillend tussen jaren. Dit is een sterke aanwijzing dat de verschillen tussen de Kruisbekken veroorzaakt worden door selectie en niet door neutrale evolutie. De gevonden verschillen in biometrie tussen jaren zijn dus overeenkomstig met de variabele aanwezigheid van verschillende kruisbekkenpopulaties (mogelijk soorten) in Nederland.


[close window] [previous abstract] [next abstract]