Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Adriaensen F., Verwimp N. & Dhondt A.A. (1998) Between cohort variation in dispersal distance in the European Kestrel Falco tinnunculus as shown by ringing recoveries. ARDEA 86 (2): 147-152
Voor de meeste vogelsoorten zijn ringgegevens niet goed bruikbaar voor de studie van dispersie (beweging van de geboorteplaats naar de plaats waar de eerste keer gebroed wordt), omdat de dispersie over te kleine afstanden gaat in relatie tot de nauwkeurigheid van de ringgegevens. Voor de Torenvalk Falco tinnunculus lieten gedetailleerde analyses van Belgische en Nederlandse terugvangstgegevens echter zien dat de veel verplaatsingen over grote afstanden geen migratiebewegingen (seizoenstrek) waren, maar eerder dispersieverplaatsingen van jonge dieren. Onder andere uit studies van Nederlandse Torenvalken is gebleken dat voedsel, vooral in de periode dat de jonge dieren onafhankelijk worden, hierbij een belangrijke factor is. In deze studie tonen terugvangstgegevens van Belgische Torenvalken die in het nest geringd werden (511 terugvangsten), aan dat zowel het aandeel dieren dat zich over meer dan 100 km verplaatst als de gemiddelde afstand die afgelegd werd, sterk varieerde tussen jaren (Fig. 1). Beide dispersiematen zijn negatief gecorreleerd met twee maten voor de beschikbaarheid van voedsel: het aantal jonge valken per nest (neemt af met dalende voedsel beschikbaarheid) en de totale energie inhoud van de zaadoogst in lootbos (een goede zaadoogst maakt dat er veel wintervoedsel is voor muizen) in de voorafgaande winter (Fig. 2, 3). Hoe meer voedsel er dus in een jaar is, hoe lager de dispersie activiteit erna is.


[close window] [previous abstract] [next abstract]