Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Van Eerden M.R., Koffijberg K. & Platteeuw M. (1995) Riding on the crest of the wave: Possibilities and limitations for a thriving population of migratory Cormorants Phalacrocorax carbo in man-dominated wetlands. ARDEA 83 (1): 1-9
Dit artikel geeft een samenvattend overzicht van de algemene bevindingen uit de wetenschappelijke bijdragen aan dit speciale nummer van Ardea over de biologie van de Aalscholver in Europa. In een korte historische inleiding worden de voornaamste knelpunten belicht die altijd weer aan de orde komen wanneer de mens en een in het wild levende diersoort dezelfde voedselbronnen in dezelfde omgeving exploiteren. Vervolgens wordt beschreven hoe de populaties Aalscholvers zich hebben hersteld, nadat bijna overal in Europa beschermende maatregelen van kracht zijn geworden. Dit herstel - vooral van spectaculaire omvang bij de continentale populatie sinensis - heeft de soort wederom in direct conflict gebracht met menselijke belangen. Onderzoek heeft zich dan ook vooral gericht op de factoren die limiterend zijn voor de populatiegroei. Oppervlakte, productiviteit en toegankelijkheid van de visgronden voor de broedende vogels lijken de omvang te bepalen van de maximaal mogelijke populatie. Op grond hiervan lijkt het einde van de toename nog steeds niet bereikt. Als gevolg van hun trekgedrag verspreiden Aalscholvers zich buiten de broedtijd over geheel West-Europa, waarbij vaak een opvallende plaatstrouw aan vaste pleisterplaatsen en voorspelbare individuele migratieroutes worden vertoond. Onder andere leeftijd en geslacht en waarschijnlijk ook individuele ervaring van de vogels hebben invloed op de winterverspreiding. Lokale conflicten tussen visserijbelangen en broedende, zowel als niet broedende Aalscholvers, lijken onmogelijk tot alle tevredenheid op te lossen op het lokale niveau, zander de populatie als geheel in beschouwing te nemen. Recente studies lijken voorzichtige indicaties te geven dat de vogels bovendien zouden kunnen bijdragen bij bepaalde vormen van visstandbeheer, door eutrofe wateren vrij te houden van te hoge dichtheden aan Brasems. Tenslotte maakt de positie aan de top van de aquatische voedselketens de Aalscholver kwetsbaar voor de accumulatie van microverontreinigingen. Deze kunnen de reproductie op diverse wijzen belemmeren en in hogere concentraties zelfs direct lethaal zijn. Het monitoren van broedsucces en gehalten van microverontreinigingen in vogels en eieren kan dienen als een methode ter controle op de ontwikkelingen in de milieukwaliteit van aquatische ecosystemen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]