Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Cornwallis R.K. (1956) Autumn migration on the east coast of Britain in relation to weather. ARDEA 44 (1-3): 224-231
Herfsttrek langs de oostkust van Engeland in verband met het weer Het weer, en meer speciaal de richting en sterkte van de wind, bepalen in belangrijke mate het beeld van de trek langs Engelands oostkust. Bij noorden- tot oostenwinden (kaart 1 en 2) worden soorten gevonden waarvan men moet aannemen dat zij vanaf Scandinavid door de wind zijn meegenomen en geen kans hebben gezien hun verdrifting voldoende te corrigeren. Bij stormachtige westelijke winden, veroorzaakt door depressies in de buurt van IJsland (kaart 3) komen geregeld soorten aan die van Groenland en IJsland afkomstig zijn en met de wind in een boog naar Engeland worden gevoerd. Zuidelijke- tot oostelijke winden zijn gunstig voor het arriveren van overwinteraars in Engeland, die van af het vasteland oversteken (kaart 5 en 6). Deze immigratie treedt echter ook op bij zachte westelijke winden. Zij vindt vooral plaats in Zuid-Engeland, maar soms worden de vogels overvallen door zijwinden, die hen meevoeren naar het noordelijkste deel van de kust (kaart 6). Een belangrijk deel van de trek die men waarneemt bestaat uit vogels die langs de kust blijven vliegen. Zij doen dit vooral bij winden tussen ZO en ZW, en in de eerste uren van de dag. Wanneer door ruw weer de trek tijdlang is stopgezet en er nu een verbetering in het weer komt (kaart 4) neemt deze trek massale vormen aan en kan de hele dag voortduren (op een punt passeerden bv. 15.000 zwaluwen op een dag).


[close window] [previous abstract] [next abstract]