Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Zwarts L., Bijlsma R.G. & van der Kamp J. (2023) Frequent agonistic interactions among arboreal birds in savannahs but not in humid forests of Africa. ARDEA 111 (1): 175-188
In de Sahel zijn vogels die in bomen en struiken foerageren, uiterst selectief. De meeste trekvogels, maar ook lokale vogels, zijn geconcentreerd in een paar boomsoorten en binnen die soorten vaak in grote bomen die volop in blad staan en rijk bloeien. Om die reden alleen al is te verwachten dat in voorkeursbomen vaak meerdere vogels aanwezig zullen zijn. Dat bleek allerminst het geval. Bij sommige vogelsoorten werden zelden of nooit meer dan één individu in een boom gezien en zelfs van de Senegal Eremomela Eremomela pusilla – de meest sociale soort – zat de helft van de vogels in hun eentje in een boom. Groepsgewijs rondtrekken, zoals in tropische bossen vaak wordt gezien, komt in de Sahel bij vogels die in bomen foerageren niet of nauwelijks voor. Waarschijnlijk kunnen vogels in de Sahel het zich permitteren om in hun eentje te foerageren, omdat ze niet bang hoeven te zijn gegrepen te worden door een roofvogel, – een kans die een stuk reëler is in de natte bossen in het zuiden. Sommige soorten, zoals de Bonte Vliegenvanger Ficedula hypoleuca en Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus, houden er een winterterritorium op na, maar bij andere soorten is er overlap in het gebied waarbinnen individuele vogels voedsel zoeken. In de vochtige bossen verder naar het zuiden, en ook onder lokale vogels die in de Sahel voorkomen, is er weinig onderlinge agressie. Trekvogels hebben vaker ruzie met soortgenoten, maar nog vaker met vogels van een andere soort. Grotere vogels winnen meestal van kleinere vogels, maar Vale Spotvogels Iduna opaca jagen ook vogels weg die twee keer zo zwaar zijn als zijzelf. Ook Baardgrasmussen Curruca iberiae + subalpina + cantillans, en in mindere mate andere grasmussoorten uitgezonderd Braamsluiper Curruca curruca, zijn onverdraagzaam. Bergfluiters Phylloscopus bonelli zijn het vaakst slachtoffer van onverdraagzaam gedrag; ze werden zo vaak uit een boom verjaagd dat het wel een effect moet hebben op hun boomkeuze. In de trekperioden is dat ook het geval met Fitissen Phylloscopus trochilus die de Sahel passeren. Op hun uiteindelijke overwinteringsplek, minstens enkele honderden km zuidelijker in de humide tropische bossen, leken ze echter gevrijwaard te zijn van agonistisch gedrag van andere zang vogel - soorten. De grote vraag is nu waarom er onderlinge agressie is tussen trekvogels in de droge wereld ten zuiden van de Sahara en nauwelijks in de vochtige bossen nog verder naar het zuiden. Een verklaring zou kunnen zijn dat zangvogels in de Sahel een handjevol boomsoorten benutten en daar dicht op elkaar zitten (in de uitgestrekte zuidelijke bossen is de trefkans behoorlijk wat kleiner). Of dat die bomen in de Sahel los van elkaar als solitaire bomen voorkomen, in tegenstelling tot de meer aaneengesloten vochtige bossen in de Guinea-vegetatiezone. Of is het gewoon toeval dat een aantal intolerante trekvogels in de Sahel overwinteren en zouden ze hetzelfde gedrag vertonen in humide bossen (als ze daar zouden voorkomen, wat niet het geval is)?


[close window] [previous abstract] [next abstract]