Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Zwarts L., Bijlsma R.G. & van der Kamp J. (2023) The fortunes of migratory birds from Eurasia: being on a tightrope in the Sahel. ARDEA 111 (1): 397-438
Veel onderzoeken hebben aangetoond dat regenval in de Sahel grote invloed heeft op de populatieontwikkeling van vogelsoorten die daar de noordelijke winter doorbrengen. Daarentegen zijn er ook Sahelgangers, vooral vogels die op de grond foerageren, die sterk achteruit gingen onafhankelijk van de regenval in de Sahel. Dat wordt hier opnieuw bevestigd. Maar om te achterhalen wat er echt gaande is, zijn veldgegevens nodig. Daartoe werden in 2011–2019 over de volle breedte van de Sahel systematische tellingen uitgevoerd. Zoals te verwachten spelen vele factoren een rol: (1) Regenval bepaalt hoeveel open water er is in de Sahel. Water is een noodzaak voor vogels die daar gebruik van maken. Er is de laatste decennia veel open water bijgekomen, omdat regenwater – door allerlei omstandigheden – tegenwoordig gelijk in de bodem verdwijnt waardoor de grondwaterspiegel is gestegen. (2) De frequentie en intensiteit van stofstormen wordt deels bepaald door regenval. Er zijn nu veel meer stofstormen dan vroeger, omdat er meer open grond is (landbouw) en regen vaker in de vorm van zware buien valt (effect opwarming van de Sahara). Vogels kunnen tijdens stofstormen niet naar voedsel zoeken, maar hoe nadelig dat uitpakt voor vogels is onbekend. (3) Regenval ten zuiden van de Sahel bepaalt de rivierafvoer en daardoor ook de omvang van de overstromingsvlakten in de Sahel. Daarbij treedt een cumulatief effect op: na een aantal regenarme jaren neemt de rivierafvoer sterk af, en andersom. Tijdens de droge tijd (oktober–mei) vallen de vloedvlaktes droog. In natte jaren hebben trekvogels tot aan hun vertrek nog genoeg plekken tot hun beschikking om voedsel te zoeken, maar in droge jaren raken ze geconcentreerd op de weinige natte plekken die resteren. Daar zijn ze een makkelijke prooi voor vogelvangers. Als ook de laatste natte plekken zijn opgedroogd, zoals in extreem droge jaren gebeurt, sterven ze de hongerdood. (4) In regenarme jaren ligt er minder zaad op de grond en dat zijn ook nog eens overwegend voor vogels marginale zaden. De sterfte onder zaadeters neemt dan sterk toe. (5) In droge jaren verliezen bomen eerder hun blad en wijken vogels uit naar de weinige boomsoorten die nog wel blad hebben. Daarvan zijn er niet voldoende en veel vogels overleven het daarom niet. In extreem droge jaren, zoals in de jaren zeventig en tachtig, gaan bomen bovendien massaal dood. Het kan jaren duren voordat herstel is opgetreden. Als droge ramp jaren kort achter elkaar gebeuren, bijvoorbeeld in 1972–1973 en in 1984–1985, kan de boomvegetatie zich onvoldoende herstellen en nemen de vogelaantallen nog verder af. Dat verklaart waarom de populaties van Draaihals Jynx torquilla en Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus tien keer kleiner zijn geworden ten opzichte van de natte jaren vijftig en zestig. Na de ‘Grote Droogte’ (1972–1985) zijn er tot nu toe (2022) geen nieuwe droge rampjaren geweest. De bomen op de aride and semi-aride savanne hebben zich hersteld en vogels konden weer toenemen. De aantallen van bijvoorbeeld Draaihalzen en Gekraagde Roodstaarten zijn de afgelopen 30 jaar verdubbeld. Zuid-Europese soorten als Baardgrasmus Curruca iberiae + subalpina + cantillans en Westelijke Orpheusgrasmus Curruca hortensis zijn zelfs drie tot vijf keer zo talrijk geworden, beide overwinterend in aride gebieden waar bomen masssaal waren afgestorven en na de Grote Droogte even massaal zijn teruggekomen. Toch kunnen we niet alles verklaren met variabelen die aan regenval zijn gekoppeld. De menselijke bevolking in de Sahel is binnen een eeuw vertienvoudigd en dat heeft consequenties: (1) De graasdruk van het vee neemt jaarlijks toe met 3 tot 4%, waardoor er veel minder (gras)zaad wordt geproduceerd, vooral zaden waar de vogels een voorkeur voor hebben. Zaadeters zijn daarom de afgelopen decennia sterk afgenomen. (2) Elk jaar wordt 2% van de savanne omgezet in boerenland. Dat is ongunstig voor de meeste, maar niet alle vogelsoorten. Boeren laten op hun land weliswaar veel bomen staan, maar dat zijn andere soorten dan kenmerkend voor de savanne. Vooral de boomvogels die in de aride en humide zone verblijven, worden getroffen maar de vogelsoorten die overwinteren in een brede zone daar tussenin profiteren zelfs (mogelijk tijdelijk) van de uitbreiding van het landbouwgebied omdat hun voorkeursboom (Faidherbia albida) daar veel voorkomt en door de boeren wordt beschermd. (3) Door de toename van het landbouwareaal zijn in de Sahel relatief veel natte, buitengewoon vogelrijke, bossen verdwenen. Deze bossen stonden op de rijkere gronden en waren een magneet voor overwinterende vogels en een refugium voor vogels in tijden van extreme droogte. (4) Miljoenen ha in de humide boomsavanne zijn sinds 1980 omgezet in cashewplantage. Veel vogels hebben daardoor habitat verloren want Cashew Anacardium occidentale is buitengewoon vogelarm. (5) Prosopis juliflora, een exotische boomsoort, verdringt lokaal de inheemse acacia’s. Dat is een verlies want Prosopis is vogelarm vergeleken met acacia’s. (6) Door irrigatie en de aanleg van dammen zijn vloedvlaktes in Senegal, Mali, Nigeria en Tsjaad gedecimeerd, met navenante effecten op de vele vogelsoorten die zich in deze gebieden concentreren. (7) Massale vogelvangst, zoals die na ca. 1990 in de Binnendelta usance werd, vond vroeger niet in die omvang plaats omdat de mensen nog geen nylonnetten hadden en geen ijs (waarmee vogels en vis gekoeld naar verder weg gelegen markten kunnen worden getransporteerd). (8) Grote vogelsoorten als gieren en trappen zijn door menselijke ingrijpen (vrijwel) verdwenen uit de Sahel, vooral in het dichtbevolkte westelijke deel. Al met al is de Sahel voor de meeste trekvogels minder aantrekkelijk geworden als overwinteringsgebied. Er verblijven nu veel minder trekvogels in de Sahel dan een halve eeuw geleden. Verschillende Europese vogelsoorten overwinteren in toenemende mate ten noorden van de Sahara, maar of dat te maken heeft met de slechtere omstandigheden in de Sahel, of bijvoorbeeld de mildere winters in Europa, is niet te zeggen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]